Vragenhoek - discussie van onderwerp

Naam Onderwerp van de vraag:  2010/12
Meert Dirk

24/01/2010

Aspelare, Gent: Otto Van der Haegen: commandant Zeppelin LZ37 (1915)
Kreeg volgende vraag in mijn mailbus van Piet Dhanens:

Voor mijn publicaties over de geschiedenis van 100 Jaar Luchtvaart boven Gent doe ik opzoekingen naar
Otto van der Haegen, de commandant van de zeppelin LZ 37 die in 1915 boven Sint-Amandsberg bij Gent werd neergehaald.

Volgens opzoekingen in Duitsland door een correspondent blijkt dat de familie van Otto afkomstig is uit Aspelare bij Ninove en in de 19de eeuw emigreerde naar Kreuztal in Duitsland, waar ze in 1847 het Duitse Staatsburgerschap verkreeg.

Ik weet niet of deze tak verwant is met deze van de gepubliceerde van der Haegen's. Daarom doe ik beroep op jullie of jullie mij of de een of andere wijze zouden kunnen helpen, waarvoor alvast dank!

We vonden:

  • Eigidius van der Haegen ° Aspelare bij Ninove x Johanna Spigheleere
    • Frans van der Haegen (zoon van Eigidius) in 1847 Duitse nationaliteit
      • Jan Lievien van der Haegen (zoon van Frans) ° 1.12.1839 in Ninove + 19.09.1913 Kreuztal-Ferndorf,  x Maria Katharina Emilie Bücklers ° 2.02.1836 Dülken + 30.08.1871 Ferndorf

Enige relatie met Otto is nog niet vastgesteld. Dit is ook in feite de vraag.

Met vriendelijke groeten,
 Piet Dhanens, Gent

Kan er iemand Piet helpen ?

Vriendelijke groeten,
Dirk Meert, Kortenbosdries 37A  9310 Moorsel,    http://users.skynet.be/meertgenealogy/

VVF Aalst

27/01/2010

Aspelare, Gent: Otto Van der Haegen: commandant Zeppelin LZ37 (1915)
  Ter informatie:

1)  Zie een uitgebreid artikel over Zeppelins en het neerschieten in de volgende bijdrage:

http://www.aviation-history.com/articles/zeppelin.htm

2)  Hierna een deel van het artikel overgenomen uit de krant "het Nieuwsblad":

http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=KO1RP2PV

(Het ganse verslag kunt u lezen op de website van de krant "het Nieuwsblad")

 

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had Duitsland een duidelijke voorsprong in de ontwikkeling van zeppelins. Vanop de luchthaven van Gontrode vertrokken de eerste jaren van de oorlog verschillende luchtschepen om bombardementen uit te voeren boven Groot-Brittannië. Het luchtschip dat de grootste rol speelt in de verhalen van de stad Gent, is wel de LZ.37. die in Etterbeek gestationeerd was.

De nacht van 6/7 juni 1915 werden maar liefst vier luchtschepen ingezet om Groot-Brittannië te bestoken. Het was een Marineschip, de L.9, samen met de LZ.37 uit Etterbeek, Erich Linnarz met zijn LZ.38 uit Evere en de LZ.39 die in Sint-Agatha-Berchem lag. Deze vier zeppelins hadden als missie Londen te bombarderen. Maar het zat de formatie lang niet mee. Erich Linnarz, met zijn LZ.38, moest wegens motorpech onmiddellijk naar Evere terugkeren. Net boven de Noordzee kregen de drie overblijvende luchtschepen van het Duitse hoofdkwartier het bevel de missie af te breken wegens te slechte weersomstandigheden en de steven te wenden naar Calais om daar de spoorweg-installaties te bombarderen. De LZ.37 en LZ.39 volgden dit bevel op en koersten via de kustlijn, die goed verlicht was door de vuurtorens, naar hun nieuw doel. De L.9 daarentegen zette zijn oorspronkelijke opdracht gewoon verder. Vermoedelijk waren ze het radiocontact kwijtgeraakt of was hun radioapparatuur defect.

De Britse admiraliteit wist dat drie luchtschepen de Belgische kust kruisten. Meteen werd het plan ten uitvoer gebracht: twee Morane-jachtvliegtuigen, gestationeerd in Noord-Frankrijk, zouden de Zeppelins in de lucht onderscheppen.

Sub Lieutenant Reginald Warneford steeg met een compagnon op van een vooruitgeschoven basis bij Veurne. Hij vloog op de Morane Saulnier Type L 3253, een eendekker die hij speciaal toebedeeld kreeg om de luchtraiders te onderscheppen. Warneford zette koers naar Diksmuide. Boven Oostende zag hij het reusachtige silhouet van de LZ.37. De Duitse bemanning, onder bevel van boordcommandant van der Haegen, voelde zich relatief veilig, maar worstelde bij de nadering van Gent wel met problemen om hoogte te houden.

Om 1 u.50 dook Warneford voor de eerste maal naar de Zeppelin. De luchtschipbemanning vuurde uit al haar machinegeweren naar de Britse belager. De Morane-piloot verdween in het donker en wachtte een volgend moment af. Om 2 u.15 naderde de LZ.37 Gent en begon men aan boord met de voorbereidingen tot het landen. Warneford was intussen tot bijna vierduizend meter gestegen en bevond zich op dat moment boven de Brugsevaart richting Brugge. Hij schakelde de motor uit, en zweefde gierend naar omlaag. In zijn verslag verklaarde hij:

'Toen ik bijna boven het monster was, zakte ik vijftien meter en wierp zes bommen af. De zesde trof de romp in het midden en er volgde een geweldige explosie. De luchtverplaatsing rondom mij was zo groot dat ik dacht in een tornado te zijn terechtgekomen. Mijn toestel werd in de hoogte geslingerd en dan ondersteboven geworpen'.

Alfons Franssen uit Gentbrugge getuigde later in 1976 wat hij als 11-jarige meemaakte.

'Heel vroeg in de ochtend werden we om de een of andere reden wakker. We zagen een felle klaarte op de slaapkamer en we sprongen het bed uit. Door de ramen zagen we de Zeppelin in een vuurrode gloed opduiken. We schoten in ons broek en we renden de straat op. We hoorden verre geluiden, het knetteren van het vuur en mogelijk ook geschreeuw van mensen, maar dat was niet duidelijk. We zagen het geraamte van het luchtschip en geweldige flarden die langs alle kanten brandend rondvlogen. Er vielen kleine en grote dingen uit het vuur, misschien ook brandende mensen, maar ook dat is niet absoluut zeker, we waren te opgewonden om goed te kijken. Want we hadden maar één doel en het was het brandend luchtschip te volgen. (...) Flarden brandende dingen vielen in het dokwater. Intussen gleed de brandende reus neer, met de staart op het klooster van de Visitatie, met de buik over de straat en met de kop op het kerkhof van Sint-Amandsberg.'

De brandende zeppelin liet van de Brugse Poort tot Sint-Amandsberg een spoor van gloeiende en smeulende wrakstukken achter. Het waren die brokken aluminium die later zeer gegeerd waren bij souvenirjagers.

 

Ter informatie toegevoegd met de URL-link ; namens VVF Aalst, 

Van Der Haegen Arthur

23/04/2010

Aspelare, Gent: Otto Van der Haegen: commandant Zeppelin LZ37 (1915)
betreft de vraag van de heer Piet Dhaenens uit Gent

Inderdaad de tak

  • Franciscus Van der Haegen x Jeanne Louise De Mol (een drietal generaties gevestigd in Ninove)
  • en hun zoon Jean Lievien

zijn afstammelingen van Martinus Van der Haegen uit Nederhasselt.

Ik kan verwijzen naar ons familieboek "Familie VAN DER HAEGEN 400 jaar te Nederhasselt - 17 september 2000", ondertussen bijgewerkt. Wat betreft Nederhasselt heb ik de meeste gegevens uitgewerkt.

Voor verdere info bereid, groet ik U

Arthur Van Der Haegen

e-post:  arthur.v.d.haegen  'at'  telenet.be

Van Der Haegen Marc

17/05/2010

Aspelare, Gent: Otto Van der Haegen: commandant Zeppelin LZ37 (1915)
De familie van de vader van zeppelincommandant Oberleutnant Otto van der Haegen was afkomstig van Ninove.

Zowel zijn beide grootouders als zijn vier overgrootouders waren geboren en getogen Ninovieters. Zijn grootvader en overgrootvaders waren twijnders. Zijn vader Jan Livien emigreerde als kind met zijn (= Otto's)grootvader Franciscus naar Duitsland. Otto is een zoon uit het tweede huwelijk van Jan Livien.

Kwartierstaat :

  • 1. Otto van der Haegen, °Kreuztal 23.05.1887, +Gontrode/St. Amandsberg 07.06.1915

ouders

  • 2. Jan Livien Van Der Haegen, °Ninove 01.12.1839, +Siegen 19.09.1913
  • 3. Minna Siebel, °Freudenberg 08.10.1853, +Kreuztal 20.06.1896

grootouders

  • 4. Franciscus Van Der Haegen, °Ninove 08.10.1808, emigreerde naar Duitsland (1847 ?), +...(DL)>1850
  • 5. Joanna Louisa De Mol, °Ninove 17.02.1811, +Ninove 18.02.1842 6. X 7. (DL)

overgrootouders

  • 8. Joannes Livinus Van Der Haegen, °Ninove 09.07.1778, +Ninove 29.11.1805
  • 9. Maria Joanna Van Der Elst, °Ninove, 14.08.1778, +Ninove 26.12.1858
  • 10. Jan Joost De Mol, °Meerbeke 12.02.1778, +Ninove 06.03.1846
  • 11. Constantia Petronella Van Eesbeeck, °Ninove 31.07.1785, +... (Ninove ?)05.12.1866

Betovergrootouders

  • 16. Joannnes Baptist Van Der Haegen, * Nederhasselt 16.08.1741, + Ninove 19.05.1812 was afkomstig van Nederhasselt maar trouwde in te Ninove, op 17.06.1770 met
  • 17. Maria Joanna Stevens, *Ninove 09.07.1748, + voor 1815

 

Nederhasselt vormde toen een parochie met het aangrenzende Aspelare. Voor de verdere stamlijn van de Van Der Haegen's uit Nederhasselt raadpleegt men best het gewaardeerde werk van mijn vriend Arthur Van der Haegen (zie vorig bericht).

Marc Van Der Haegen, Ninove 0495 21 30 69

email=mvdh  'at'  scripta.be

Van Der Haegen Marc

19/05/2010

Aspelare, Gent: Otto Van der Haegen: commandant Zeppelin LZ37 (1915)
Beste Piet,

Graag wou ik het ‘misverstand’ ophelderen dat de familie van Otto’s vader van Aspelare was – niet dus: ze zijn van Ninove… Het is niet omdat zijn betovergrootvader vanuit het aan Aspelare grenzende Nederhasselt naar Ninove uitweek dat we dat zo mogen stellen, al wonen er wel veel ver verwante Van Der Haegens in Aspelare. (cfr mijn reactie op vraag 2012 op de site van VVF Aalst)

Egidius Van Der Haegen x Joanna (De) Spiegeleer(e) waren oudovergrootouders van Otto (eig. pas nrs 128 en 129 in zijn kwartierstaat).

Maria Katharina Emilie Bücklers was de 1ste echtgenote van Jan Livien Van Der Haegen
– Otto stamt uit het 2de huwelijk, Minna Siebel is zijn moeder.

Otto’s vader Jan Livien had (althans in Ninove) geen broers of zusters (behalve een als baby gestorven broertje), zodat er van die kant geen “dichte” familie te vinden is. Ik heb ook nog uitgevlooid dat Otto’s grootvader Franciscus een kozijn was van mijn oudmoeder Maria Theresia Van Der Haegen en ik dus verwant ben aan Otto in de 10de (!) graad… dus “verre” familie in het zoveelste knoopsgat.

Wat ik mij nog afvraag is waarom Franciscus met zijn zoontje Jan Livien naar Duitsland emigreerde – zijn vrouw was al overleden – is hij daar misschien opnieuw gehuwd en had Jan Livien halfbroers en –zusters en zijn er daar nog afstammelingen ? Misschien weet uw Duitse correspondent daar iets over ?

Een “twijnder” is een garenmaker of spinner – in het industriestadje Ninove waren er een aantal “twijnderijen” - garenfabrieken - gevestigd, en de twijnders waren er zowat de grootste beroepsgroep in de tweede helft van de 19de tot het begin van de 20ste eeuw.

Het boek van Arthur “400 jaar familie Van der Haegen in Nederhasselt” dateert van 2000 en werd door hem in eigen beheer uitgegeven. Zijn contactgegevens staan bij zijn reactie op vraag 2010/12 op de site van VVF Aalst.

Verdere info (aanvullingen / correcties) zijn zeer welkom.

Vriendelijke groeten,

Marc Van Der Haegen

email=mvdh  'at'  scripta.be

Terug naar Vragenlijst     Terug naar welkompagina

Reaktie op dit onderwerp:

Uw Naam :
Uw E-mail :
Onderwerp:
Bericht :